Het woord ‘talenten’ wordt in onderwijs al snel in de mond genomen. Natuurlijk vindt iedereen het belangrijk om hiervoor oog te hebben en om erop in te zetten in de klas. Maar een degelijk uitgewerkte visie op talentontwikkeling en een structurele opbouw doorheen de basisschool ontbreekt nog te vaak. Leerkrachten werken hierrond in de klas door bijvoorbeeld eens een thema rond talenten uit te werken, door kinderen via een buddysysteem in hun sterkte anderen te laten helpen of door sporadisch een terugblikgesprekje. Wel allemaal stuk voor stuk leuke initiatieven maar met te weinig draagkracht naar blijvende effecten als daar geen vervolg wordt aangebouwd. Als je bewust kiest voor talentontwikkeling, is het nodig om het uit te spitten en volledig in te bedden in de gehele kleuterschool.
Oog hebben voor talenten
Kun jij de talenten van jouw kleuters
zien? Alles begint met de bril waar je als leerkracht door kijkt. Wat valt volgens
jou onder een talent? Kijk je breed genoeg? Zet je er voldoende op in binnen je
rijke leeromgeving? Neem je er tijd voor? Hoe kijk je naar kinderen en naar hun
ontwikkeling?
Belangrijke vragen, want het antwoord erop bepaalt mee hoe je talentwerking
vorm krijgt.
Er zijn 3 factoren om zicht te krijgen op je eigen aanpak. Ze maken het
mogelijk om een omgeving te creëren waarin de sterkten van kinderen gezien,
gewaardeerd en gestimuleerd worden.
1.
De
context bepaalt alles. Om je
talenten te gaan verkennen, is het nodig dat je je veilig voelt als kleuter.
Het gaat over kansen krijgen en ze durven aangaan. Je vrij beweging in de
ruimte, eigen keuzes maken, fouten maken, zaken uitproberen, een juf die nabij
en ter beschikking is, waarbij je helemaal jezelf kan zijn… In een positief
klasklimaat wordt het mogelijk om op ontdekkingstocht te dúrven gaan in een
wereld van mogelijkheden. Dat is je rijke leeromgeving, die naast een
goede sfeer noodzakelijk is. Als er in de klas amper iets te beleven valt, of
als het basisaanbod te beperkt of te eenzijdig is, dan is het onmogelijke je
talenten te achterhalen. Het is de taak van de leerkracht om op alle domeinen
in te zetten, zodat de kleuters kunnen gaan proeven wat hen uitdaagt en
prikkelt. Talenten moeten in eerste instantie nog ontkiemen en daar zijn veel
kansen en mogelijkheden voor nodig. Pas dan kunnen kleuters doorgroeien en ze
verder laten ontwikkelen.
2.
Perceptie bepaalt mee of je talenten kan zien.
‘De manier waarop je
kijkt, bepaalt wat je ziet en hoe het kind zichzelf kan zien en tonen!’
Het geloven in kleuters en de
inschatting die je hebt van kinderen, zal meebepalen of ze je gaan tonen wat ze
in hun mars hebben. Een positieve houding en geloof in groeikracht zal hen
ruimte geven om hun talenten te ontplooien en ze met jou te delen. Helaas is
omgekeerd ook waar.
3. Prioriteit geven aan talenten is een bewuste
keuze. Het volplannen van je weekrooster en je dagplanning, door constant bezig
te zijn met de orde van de dag, zal de werkdruk verhogen en de aandacht opslorpen.
Het ‘tijd nemen’ is hier cruciaal, om te observeren, om talenten te ontdekken,
om hoge betrokkenheid op te sporen, om vanuit een talent kleuters extra
ontwikkelingskansen te bieden en de leeromgeving af te stemmen. Het mogen tonen
waar je mee bezig bent, aan de leerkracht en/of de klasgenoten is een factor
die een absolute meerwaarde biedt in deze werking. Het feedback krijgen op je
ontdekkingstocht, geeft je als kleuter zicht op je proces en de
groeimogelijkheden.
Aan de
slag
Je zou je klasinrichting 180° kunnen
omgooien en ze in de 9 eilanden van de archipel kunnen omtoveren, om zo
invulling te geven aan de verschillende domeinen. Er zijn scholen die zo
werken. Op die manier lijn je de zones duidelijk af.
Maar je kan ook zoeken naar een organisatie die meer aansluit bij je huidige
hoekenwerking. Je zou de vraag kunnen stellen: ‘Komen alle eilanden wel aan bod
in mijn klas?’ Waarschijnlijk komen ze in de loop van het schooljaar wel eens
aan bod, het ene eiland al meer dan het andere eiland. Afhankelijk van je eigen
talenten zal je onbewust misschien het ene domein meer op de planning zetten
dan het andere, vanuit een thema geef je misschien tijdelijk meer aandacht aan
een bepaald eiland, of dankzij een schoolproject wordt de nadruk weer ergens
anders op gelegd. Er komt veel aan bod, maar kleuters zijn dan afhankelijk van
jou, wanneer het op jouw lijstje staat. Maar je wil kleuters net zoveel
mogelijk kansen geven om te ontdekken en door te groeien op hun eigen tempo
vanuit hun eigen interesses zonder dat ze afhankelijk moeten zijn van een
thema, een project of de leerkracht.
Daarom is het interessant om alle
eilanden binnen je vast basismilieu een plek te geven, dit zijn alle
basishoeken die vrij toegankelijk zijn doorheen de dag gedurende het hele
schooljaar. Als ik de onderzoeker in jouw klasje ben, hoef ik niet te wachten
tot dat een ontdekdoos binnen jouw thema past, maar dan zal er op wereldeiland
altijd wel iets te vinden zijn dat binnen mijn interesses valt. Als ik de
kleuter ben, die helemaal vrolijk wordt van muzisch bezig zijn, zoals dansen,
zingen, muziek maken…, dan hoef ik niet te wachten tot mijn juf of meester een
wekelijkse (met wat pech maandelijks) klassikale muzische activiteit inplant.
Je hoeken op een
eiland
De hoeken op een eiland plaatsen is
een handige manier om er mee te beginnen. Hierbij is het belangrijk dat je de
essentie van de hoek duidelijk voor ogen hebt. Wat is je hoofddoel?
Zo komt de boekenhoek op taaleiland terecht en de puzzelhoek bij denkeiland,
dat ligt voor de hand. Maar waar plaats je dan de poppenkast? Hoort dit bij
sameneiland of liever bij taaleiland? Allemaal doelgerichte beslissingen, die
je bewust zal nemen. Misschien merk je dat er geen enkele hoek te koppelen is
aan een bepaald eiland en besef je zo dat er nog een groeikans ligt binnen jouw
aanbod. Of misschien zie je dat bepaald eiland te eenzijdig ingevuld wordt en
wordt het een kans om op zoek te gaan naar een verruiming.
Het mooie is dat het op deze manier
voor de kleuters heel helder zal worden op welk eiland ze zich bevinden. In de
jongste kleuterklassen zal de juf dit vooral verwoorden en de kleuters bekend
en vertrouwd maken met de begrippen. Later, bij de oudere leeftijden gaan
kleuters de talententaal steeds meer eigen maken, zelf bewustere keuzes maken
en hun keuze onder woorden brengen. Het wordt op die manier een handige tool om
met kleuters een groeigesprek aan te gaan over hun talenten en de eilanden die
hen uitdagen, maar zeker ook om hen uit te dagen om verder te trekken op hun zoektocht
doorheen de archipel.
Nog
rijker maken
Als je de hoeken hebt verdeeld over
de eilanden, zal je gevoeld hebben dat het niet zo makkelijk af te lijnen is.
Eilanden vloeien in elkaar over en zijn verbonden aan elkaar binnen bepaalde
hoeken. Dat is nu net de meerwaarde! Ontwikkeling valt ook niet zomaar af te
lijnen en je bekijkt het ook best breed.
Hoe meer verbindingen gemaakt zullen worden, hoe meer je een betekenisvolle
leeromgeving kan creëren. Als je nog verder wil gaan, is het een meerwaarde om
zoveel mogelijk eilanden te combineren in 1 hoek.
Zo kan een experimenteertafel met
herfstmaterialen in eerste instantie op ‘wereldeiland’ zitten, maar het kan nog
rijker:
-
Scharen,
pincetten, rijgnaalden… aanbieden = fijneiland
-
Een
eierdoosje zal uitlokken om de 1-1-relatie te oefenen = denkeiland
-
Potjes
met deksels aanbieden waarin ze de herfstvruchten kunnen insteken =
muziekeiland + denkeiland
-
Placemat
met kader om een herfsttafereel te maken = beeldeiland
-
Zelf
aan de slag gaan met alle materialen en eigen ideeën bedenken = wil- en
durfeiland
-
…
Of een winkelhoek bij oudste kleuters
zal misschien gelinkt worden aan ‘sameneiland’, maar ook dat kan rijker:
-
Telefoon,
bestelbon met pen, catalogus van producten met prenten en woorden… = taaleiland
-
Weegschaal,
balans of keukenweegschaal = denkeiland
-
Affiches,
reclamefolders, prijskaarten… maken = beeldeiland + fijneiland
-
Zelf
hun winkel invulling mogen geven, zelf bedenken en uitwerken = wil en
durfeiland
-
…
De wereld vol mogelijkheden gaat op
die manier open en kleuters gaan binnen hun talenten in veel verschillende
hoeken hun gading kunnen vinden. De leeromgeving wordt niet alleen rijker, maar
ook talentvriendelijk!
Toch is dat alleen niet voldoende,
naast een rijke leeromgeving binnen een positief klasklimaat met veel ruimte
voor initiatief van de kleuters, maakt jouw leerkrachtenstijl toch echt het
verschil!
Met jouw ogen open kan je zien waar kleuters hoog betrokken aan de slag gaan en
waar je moet ondersteunen, waar kleuters nog een aangepast aanbod nodig hebben,
waar ze door een ‘eenvoudige’ prikkel worden uitgedaagd om de volgende stap te
zetten, waar je in gesprek kan gaan over hun talenten én waar je ook hun ouders
kan betrekken om met hen te communiceren vanuit de talenten van hun kleuter, waar
je kan brainstormen met kleuters vanuit de eilanden, waar je hen kan meenemen
in hun eigen leerproces…
Dan zitten kleuters niet enkel in een
talentvriendelijke kleuterklas maar mogen ze ook nog eens genieten van een
talentvriendelijke leerkracht, die de talenten van de kleuters langzaam maar
zeker weet wakker te kussen!
Bronnen:
· Laevers, F., & Heylen, L. (2019). Ervaringsgericht
werken in het basisonderwijs met kleuters. Leuven: LannooCampus.
· Heylen,L., Maes,
J., & Van Gucht, I. (2013). Aandacht voor talenten. Leuven: CEGO
Publishers.
Volgende keer laatste artikel in deze reeks rond talenten: Kus de talenten wakker! (deel 5) - aan de slag met talenten in de lagere school
Reacties
Een reactie posten