We maken binnen onderwijs nu zeer snel de bocht naar
afstandsonderwijs. Leerkrachten plooien zich dubbel om zich in te werken in een
nieuwe digitale wereld en kunnen al heel snel kinderen gepaste tools aanbieden.
Dat vraagt flexibiliteit, volharding, veel werk en gedrevenheid. Gelukkig zijn
onze leerkrachten daar sterk in. In vele gevallen kunnen we alleen maar
bewondering hebben voor hoe het schoolse leven gewoon doorgaat in vele Vlaamse huiskamers.
Kinderen volgen videolessen, kunnen chatten met leerkrachten, krijgen
werkpakketten, worden tot lezen aangezet, noem maar op. Scholen die eerder al hadden ingezet op de
zelfsturing van kinderen, slagen er bovendien makkelijker in dan scholen die
daarin nog beginnend zijn.
Er is echter een groep die dreigt te verdrinken en die de
ondersteuning van de school mist. Nochtans is die groep vrij groot, met iets
meer dan 19%: de kansarmen. Zij worden nu met meerdere problemen tegelijkertijd
geconfronteerd en dat frustreert hen.
Hopeloos achterop
Nogal wat
ouders vrezen dat hun kinderen hopeloos achterop geraken. Ze weten immers niet
hoe ze structuur kunnen brengen in hun gezinswerking. Vooral omdat ze in kleine
huizen wonen waar er onvoldoende plaats is. Er is bijvoorbeeld vaak geen plekje
waar kinderen hun huiswerk kunnen maken. Het samenleven met mekaar is op zich
al een uitdaging en zorgt voor spanningen. Het gebrek aan structuur zorgt voor
een lager rendement van de aangeboden takenpakketten van de school.
Heel wat ouders hebben niet gestudeerd of spreken
onvoldoende Nederlands en kunnen inhoudelijk niet helpen bij het ondersteunen
van taken. Nochtans hebben veel kinderen dat eerste zetje nodig. Nogal wat
kinderen in deze gezinnen geraken niet op dreef.
Taken worden verstuurd via smartschool maar er is vaak geen
computer beschikbaar en bibliotheken zijn dicht. Daar kunnen ze nu niet
terecht. Is er toch een computer in huis, dan moet die gedeeld worden met meerdere
kinderen. Niet iedereen kan op hetzelfde moment op dezelfde computer. Dat zorgt
voor heel wat frustraties tussen de familieleden, ook omdat strikte afspraken
maken niet evident is. Een printer is een luxe die vaak niet aanwezig is. Nogal
wat taken moeten geprint worden. Dat lukt niet bij hen. Veel van wat scholen
aanbieden is dus niet bereikbaar voor deze groep.
Heel vaak communiceert de school rechtstreeks met de kinderen
en weten ouders helemaal niet wat hun kinderen moeten doen. Ze weten niet welke
taken tegen wanneer af moeten zijn. Ze kunnen hun kinderen dan ook niet
opvolgen of controleren. Ouders voelen dat ze tekort schieten maar weten niet
wat dan wel te doen.
Door al deze factoren is het risico niet denkbeeldig dat de groep
kansarmen weinig schoolse vooruitgang boekt. De intentie van onderwijsminister
Weyts om voor hen 10.000 laptops ter beschikking te stellen is alvast
een warm en terecht initiatief. Ook
scholen kunnen een aantal stappen zetten door kansarme leerlingen én hun ouders bij het
afstandsonderwijs duidelijk in het vizier te houden en op zoek te gaan naar
maatregelen die hen versterken. Ik vroeg advies aan Christel De Ceuster,
ervaringsdeskundige bij Tao.
Maatregelen voor kansarme ouders
Zorg voor open
communicatie en indien mogelijk zelfs extra communicatie. Ze hebben er behoefte aan.
Wat verlang je van de ouders? Wat wordt er gevraagd van de kinderen?
Zorg ook
voor (telefonische) bereikbaarheid want
vele andere diensten waar ze normaal ondersteuning van krijgen zijn nu allemaal
weggevallen. Sommige ouders zoeken ondersteuning voor hoe ze met hun autistisch kind moeten
omgaan, wat ze moeten doen met de dochter van 6 die geen taken wil maken. Ze
willen weten ‘hoe pakt de juf dit normaliter aan?’
Aangepaste ondersteuning
Er is nood
aan begeleiding van hoe ouders hun kinderen kunnen ondersteunen met de
schooltaken. ‘Schooltje spelen thuis als ouder’ lukt de meesten niet. Wat wel
helpt, zijn antwoorden op de vragen: ‘Hoe breng je structuur aan? Hoe ga je om
met ruziënde kinderen? Hoe kan je kinderen stimuleren om hun schooloefeningen
te maken? Met welke schooloefeningen begin je best? Hoe organiseer je dat?’
De
ondersteuning is best gericht op het gevoel van ouders. Daarmee bedoelen we dat
je er best voor zorgt dat ouders zich niet langer machteloos voelen maar greep
krijgen op hoe ze kinderen kunnen aansturen. Zorg ook dat ze minder stress
ervaren. Maak duidelijk wat er verwacht wordt. Leg uit wat bingel is, wat
smartschool is,…
Ouders
helpen ouders
Het zou ook
leuk zijn dat de school ouders met mekaar in contact brengt. Zo kunnen ouders
mekaar helpen in het verkennen van Skype of ander communicatiekanalen. Het is
immers voor beginners vaak makkelijker (de voor hen vaak schijnbaar naïeve en
domme) vragen te stellen aan andere ouders dan wel aan leerkrachten.
Maatregelen voor kansarme kinderen
Toegankelijkheid
voor opdrachten vergroten
Voorzie
regelmatig opdrachten op papier zodat er geen printer nodig is. Zorg verder
voor een helpdesk bij online opdrachten. Klasgenoten kunnen helpdesk zijn voor
andere kinderen maar dat wordt best vanuit de school georganiseerd.
Meer
opvolging nodig
Volg
nauwkeurig op of alle kinderen verder kunnen. Zorg dat je weet welke kinderen
mee zijn en welke niet. Gebruik daarvoor verschillende kanalen en bel ook
regelmatig met de ouders of de leerlingen. Zoek uit welke ondersteuning ze nu
nodig hebben. Kijk of je vanop afstand de nodige zetjes kan geven om hen uit te
dagen.
Gedifferentieerde
opdrachten
Werk
gedifferentieerd waarbij je rekening houdt met het feit dat thuissituaties erg
verschillend kunnen zijn. Wees alert bij opdrachten waarbij kinderen materiaal
moeten gebruiken. Zorg ervoor dat daarin voldoende varianten zijn waarbij
materiaal minder een rol speelt.
Geef niet
elk kind dezelfde opdracht. Werk vanuit hun noden, hun mogelijkheden en
sterktes en vanuit hun context. Dat
vraagt wat inlevingsvermogen maar heel wat leerkrachten doen dit ook dagelijks
in face to face onderwijs. Ook voor afstandsonderwijs is differentiatie een
noodzaak (hierover biedt CEGO trouwens een interessante digitale
cursus aan die in april zal verschijnen). Zoek naar de juiste oefeningen voor
deze kinderen.
Extra
aandacht
Maar vooral:
deze kinderen hebben jouw ondersteuning als leerkracht nodig om op peil te
blijven, om te kunnen groeien, om uitgedaagd te worden. Ze hebben jou nodig als
pedagogisch oplaadpunt om zelfvertrouwen op te doen, om nieuwe paden te
verkennen, om stappen te kunnen zetten in hun leerproces. Geef hen vertrouwen,
geef hen houvast, geef hen geloof in hun eigen groeimogelijkheden. Dat vraagt
een perspoonsgerichte begeleiding die soms makkelijker is vanop afstand dan in
de klas waar andere kinderen ook je aandacht vragen. Er zijn leerkrachten die kinderen elke dag
even opbellen. Dat kost heel wat tijd maar is voor deze doelgroep bijzonder
belangrijk.
En straks?
Als straks de scholen weer opengaan, hebben deze kinderen
jou als leerkracht nog steeds hard nodig. Dan komt het erop aan om deze
kinderen te blijven activeren en motiveren en het onderste uit de kan te halen. Toon
jouw geloof in hun groeikansen. Toon hen dat je erop vertrouw dat het goed komt
met hen. Ga samen met hen een plan aan om samen de eindmeet te halen. Want dat
hebben ze echt nodig: een leerkracht die er is voor hen, die gelooft in hen en
die hen groeigericht ondersteunt wanneer het moeilijk gaat.
Christel De Ceuster & Ludo Heylen
Reacties
Een reactie posten