Als motiveren niet vanzelf gaat, Beginnen we beter bij het begin, Coronatijden
of niet.
Na drie weken afstandsleren zit ik hier
met een licht hoera gevoel. Oef, we hebben het gehaald. En toch ook wel: oei,
wat zal het na de paasvakantie worden? Intussen weten we dat - als de scholen
dichtblijven - er ook nieuwe leerstof op het programma zal staan. Mij
deed het even sidderen, net een beetje m’n draai gevonden en alweer een nieuw
appèl: nieuwe leerstof aanbieden én je leerlingen gemotiveerd houden.
Hoe werkt motivatie voor leerlingen
dan? Motivatie kent drie componenten en ze zijn universeel: ze gelden dus even
goed voor ons als volwassenen. Als we nog een poosje doorgaan, dan is dit abc
wellicht een mooie leidraad.
Bron: Dierickx & Hornikx - PXL Hogeschool |
Uit wat thuis werkt (2
lagereschoolkinderen en 1 tiener in het secundair) en uit mijn job als
onderwijscoach bundelde ik een aantal suggesties. Bekijk het als een
menu, eet niet alles van de kaart, maar
selecteer wat nu het best zou smaken, waar je nu zin in hebt of wat je nu nodig
hebt. Elk kind is anders, elke context is anders. Uiteraard is dit voor ons allemaal een
uitdaging en lukt niet alles van de eerste keer.
AUTONOMIE
Onze leerlingen
hebben nood aan voldoende autonomie, wil de motivatiemotor aanslaan. Wij, als
volwassen, hebben vooral te VERTROUWEN op hun ‘leer’kracht bij het meer
inspraak en autonomie geven.
Hoe doe je dat?
In eerste instantie is het belangrijk om helder en
in overleg aan te geven wat jullie verwachten van de leerlingen en hen dan te
stimuleren in hun zelfsturing door hun eigen werk in te plannen. Dat kan
op papier of digitaal. Steek bewust tijd in dit planningsproces en geef er
feedback op. Jonge kinderen kunnen een klein dagdeel zelf plannen (‘tot aan de
speeltijd’), jongeren vanaf 10 jaar kunnen leren dagplanningen/ weekplanningen
maken. Werkte je reeds met dag/weekcontracten of planningen in flextijd: maak
er dankbaar gebruik van! Jouw leerlingen hebben al wat geoefend in
zelfsturing.
Zorg in de tweede plaats voor keuzemogelijkheden.
Wees duidelijk in wat je wil dat de leerlingen oefenen of verwerken en geef dan
meerdere opties.
Bv het inoefenen van de maaltafels: bied een aantal mogelijkheden: bingel, bundel werkblaadjes, (online) spelletjes, een bewegingsoefening, …
Bv de cultuur van het Romeinse rijk: je biedt variatie aan in informatiebronnen (website, filmpje, tekst, handboek, stripboek, ..) en laat leerlingen de keuze uit verschillende opties om dit te verwerken: een dramastukje opnemen, een powerpoint maken, een kwis opstellen voor anderen, …
Bv het inoefenen van de maaltafels: bied een aantal mogelijkheden: bingel, bundel werkblaadjes, (online) spelletjes, een bewegingsoefening, …
Bv de cultuur van het Romeinse rijk: je biedt variatie aan in informatiebronnen (website, filmpje, tekst, handboek, stripboek, ..) en laat leerlingen de keuze uit verschillende opties om dit te verwerken: een dramastukje opnemen, een powerpoint maken, een kwis opstellen voor anderen, …
Weet
dat zelfs het zelf mogen kiezen van de volgorde van oefeningen maken, al
motiverend werkt!
Laat leerlingen
voor zichzelf mee bepalen wanneer ze voldoende geoefend hebben of nog meer
oefeningen nodig hebben, bv door een ‘test jezelf’ of oefentoetsje. Dat staat voor
alle duidelijkheid niet op ‘punten’ maar geeft de leerling feedback. Een
digitaal platform zoals Bingel of Diddit kan dat voor jou doen. Dit is trouwens
het ideale moment om zelfevaluatie en zelfreflectie mee(r) in te zetten
in het didactisch proces.
VERBONDENHEID
Fijne relaties met klasgenoten
en leerkracht(en) zorgen voor meer motivatie voor het schoolwerk. Je verbonden
voelen en ook zelf daaraan kunnen bijdragen is een basishoefte. In deze tijd
van afzondering is VERBINDEN een bijzondere uitdaging.
Hoe doe je dat?
Zorg, naast schoolwerk, ook voor contact.
Een simpele hallo, zonder opdracht , een oprechte vraag hoe het gaat? Jullie
kennen je pappenheimers: heb net dat ietsje meer oog voor en contact met de
kwetsbare leerlingen. Geef niet op, zonder te stalken natuurlijk, als ze niet
reageren.
Waar het kan, verbind met je leerlingen via beeld
en/of geluid in plaats van enkel via e-mailtjes. Een voorgelezen verhaaltje
voor het slapengaan bij de kleinsten, een vlogje/filmpje voor de leerkracht
lagere school. Ook leerlingen in het secundair zien graag af en toe hun
leerkracht ‘in het echt’. Voor onze jongeren: Start de schoolweek gezamenlijk
met een planning en een ‘hoe-is-t?’ via ZOOM bijvoorbeeld, of een online opvolggesprekje rond de
planning.
Bekijk
samen met je collega’s wie wanneer contact neemt. En vergeet daarbij ook
niet of je ook de klasgenoten met elkaar kan blijven verbinden.
Voorzie tenslotte ook contact voor feedback:
laat weten dat je de inspanningen op Bingel of Diddit ‘ziet’, geef feedback op
het geleverde proces en werk.
COMPETENTIEGEVOEL
Je raakt
sneller gemotiveerd als de opdracht nét buiten je comfortzone ligt en met de
nodige inspanning lukt, met andere woorden, als je door de leerkuil gaat. Als
de opdrachten echter té veel en/of te moeilijk zijn, dan lijkt te berg veel te
hoog. Als het daarentegen te gemakkelijk is en eerder op bezigheidstherapie
lijkt, treedt er verveling op. Het resultaat is hetzelfde: weinig motivatie.
Kinderen/Jongeren willen met andere woorden ‘uitgedaagd’ worden en dus moeten
we ze VERLEIDEN…
Hoe doe je dat?
We maken massaal online materiaal, vullen blogs,
worden zowat overstelpt met een tijdelijk gratis aanbod. Overstelp je
leerlingen niet met goed bedoelde initiatieven. Bekijk in team mét het leerplan
in de hand wat de KERN is: wat willen we de komende periode (in het
slechtste geval de rest van het schooljaar) écht dat leerlingen meepikken en
inoefenen? Wat is het minimum?
Ook in afstandsleren kan je differentiëren!
Staat iedereen aan dezelfde startpositie en hebben ze ongeveer dezelfde
verwerkingstijd, dan kan een gezamenlijk traject of oefenbundel. Maar dat is
zelden de realiteit. Daarom kan je ook met ‘sporen’ werken. Dat kan je doen
door deze twee vragen te stellen bij het vooropgestelde doel:
- Welke moeilijkheidsgraden kan ik aanbieden: basis, basis + uitbreiding of uitbreiding? Voor de moeilijkheidsgraden kan je werken met sterretjes of pepers (zoals gebruikt wordt bij Nando wiskunde): hoe meer sterretjes of pepers, hoe hoger de moeilijkheidsgraad. Vraag je leerlingen om bv 10 sterretjes te halen, maar laat ze zélf bepalen (autonomie) of ze 10 makkelijke dan wel 2 hele pittige oefeningen maken. Voor de leerlingen die écht goed zijn, mag je de autonomie wat inperken en hen vragen om enkel oefeningen te maken met minimaal 3 sterretjes. Zo blijft het ook uitdagend voor de snelle verwerkers, die niet simpelweg alles moeten (of zelfs mogen) maken.
- Welke ondersteuningsgraden kan ik aanbieden ? Laat leerlingen mee kiezen welke ondersteuning ze nodig hebben:
- Ik verwerk dit alleen (bv via instructiefilmpjes, het handboek, ...)
- Ik heb graag eerst een beetje uitleg en een voorbeeld om dan verder te werken (gezamenlijk startmomentje met korte uitleg, via ZOOM, google hangouts, …)
- Ik werk graag samen met andere leerlingen en/of de leerkracht (samen verwerken, via Zoom of hangouts of…)
Ondersteun
dit proces en blik er op terug met de leerlingen: te makkelijke of moeilijke
oefeningen gekozen? Meer ondersteuning nodig?
Zorg niet alleen voor werk, maar wellicht nog meer
voor feedback:
- Feedback op de inspanning die de leerling leverde
- Geef ‘medal en mission’ feedback: wat ging alvast goed (medal) en wat kan jouw volgende stap naar het leerdoel zijn (mission). Een handige tip hierbij: gebruik een one point rubric)
- Een contactmomentje (zie tips bij verbondenheid)
Daag je leerlingen uit! Verlies
daarbij hun autonomie niet uit het oog. Niet iedereen vindt het
maken van een filmpje een fijne uitdaging). Doe het met mate en in
overleg met andere collega’s.
Kan je na de paasvakantie misschien thematisch of projectwerk aanbieden waarin meerdere vakken een plaats krijgen? Een ‘één tegen
allen’ tegen de leerkracht, bijvoorbeeld. Zet educatieve games in, maak samen met andere
leerkrachten één project rond duurzaamheid of gezonde levensstijl.
Laat leerlingen zélf mee nadenken over uitdagingen,
challenges die ze willen aangaan.
TOT SLOT
Procesgericht (of
ook wel ervaringsgericht) handelen is nu wellicht belangrijker dan ooit:
Wat doen onze leerlingen met wat wij hen aanbieden? Hoe ervaren zij deze
periode? Dat weten we door hun welbevinden en betrokkenheid in de gaten te houden.
Jawel, dat lukt, met wat extra uitdaging, ook vanop afstand. Zitten ze niet
goed in hun vel, dan is er daar wat nodig. Krijgen we ze niet voldoende
betrokken, dan bekijken we best even onze aanpak, hun thuissituatie, de huidige
context...
Vergeet niet dat het ABC ook
voor jou als leerkracht geldt. Bewaak zeker je eigen autonomie en
competentiegevoel. En blijf vooral verbonden met je collega’s en je
leerlingen.
Alle succes én mildheid
toegewenst in deze bijzonder tijd!
Nele
Reacties
Een reactie posten