Paniek! Mijn derde kleuter moet volgend jaar naar het eerste leerjaar.
“Mijn dochter gaat volgend jaar naar het eerste leerjaar en daar zal ze niet klaar voor zijn!” Vanop 2 meter afstand hoor ik de wanhoopskreet van mijn vriendin aan. Ze schat haar ouderschapskwaliteiten heel laag in want de juf gaf reeds opdrachten mee die zij, als niet-perfecte moeder (wie is dat wel?), mooi maar vol schuldgevoel aan de kant heeft geschoven. “Ik kan het niet opbrengen…ik ben al blij als ik eens zelf kook en geen kant-en-klare maaltijd bestel.” De suggesties van de juf om letterkoekjes te bakken, samen paardjesspel te spelen en de letters uit de krant te knippen, werden voor dochterlief heimelijk verzwegen.
Veel ouders zitten in hetzelfde schuitje. En ja, hun kind maakt volgend jaar de stap naar het eerste leerjaar. “Op school leren ze zo veel.” Klopt! Maar de school is er nu even niet. Een andere context vraagt andere manieren van leren.
De schrik slaat zowel ouders als leerkrachten uit de derde kleuterklas om het hart. Er staat immers wel wat te gebeuren voor die 3e kleuters. Hét grote verschil met de kleuterklas: leren gebeurt veel meer vanuit een vooropgesteld programma, minder vanuit vrij spel. ‘Nu rekenen, straks taal.’ Het klopt dat de kleuter hiervoor enkele vaardigheden moet beheersen. Deze kunnen gestimuleerd worden via specifieke activiteiten zoals de letters uit de krant zoeken ifv visuele discriminatie, en zoals ‘betalen en tellen’ bij het spel in de winkel. Maar dat kan evenzeer door gewoon in de omgang aandacht te richten op het gebruik van taal en hoeveelheden.
Laat je kleuter spelen, ravotten, prutsen, hangen, lummelen en zich vervelen … maar zorg dat je je tijdens interacties met je kind bewust bent van de meerwaarde van jezelf als volwassene. Wees samen met je kind nieuwsgierig naar die nieuwe onbekende wereld van letters en cijfers, teksten en berekeningen! Maak opmerkingen, stel vragen, … gebruik de dagelijkse interactie als middel om aandacht te vestigen op bepaalde aspecten die je kind hogerop zullen tillen in zijn/haar (denk)ontwikkeling. Ook in de klas kunnen we op die manier kinderen heel sterk vooruit helpen, zelfs zonder de specifieke, verplichte voorbereidende activiteiten.
Aan alle bezorgde ouders en leerkrachten… je kleuter oefent al jaren op enkele noodzakelijke algemene vaardigheden!
- Luisteren naar wat je zegt 🡪 “trek je pyjama aan en poets je tanden”
- even blijven zitten 🡪 “Zit even neer wanneer je eet.”
- even volhouden 🡪 “We zijn bijna thuis, nog even doorwandelen/-fietsen”
- werken op papier 🡪 “Dank je, nog een tekening voor aan de frigo.”
- zelf aan de slag gaan 🡪 “nu moet je het zelf doen, mama is nu nog aan de telefoon”
- fouten maken is ok 🡪 “ ##**# ik heb mijn eten laten aanbranden.” “Joepie, afhaalpizza!”
Deze oefenkansen zitten ingebakken in ons dagelijkse leven, zowel thuis als in de klas. Je bent dus al aan het timmeren aan de weg naar het eerste leerjaar.
Maar dan zijn er ook nog de letters en de cijfers. Waar dat in de klas regelmatig aan bod komt binnen specifieke activiteiten, is het thuis niet evident om extra activiteiten te organiseren. Thuis heb je dan weer het voordeel dat je geen 25 kinderen hoeft te begeleiden! Je kan je kind ook op een meer informele manier inleiden in de wondere wereld van klanken en hoeveelheden. Gewoon door af en toe bewust aandacht te geven aan situaties.
Probeer dus thuis met je kleuter gewoon regelmatig de aandacht te richten op deze kenmerken tijdens gesprekken tussendoor.
“Hoor je dat? In mijn naam: ‘Katrien’, zit er ‘kat’.” “Schuif even de s –t- oe-l aan de tafel.” (benoem een woord met de afzonderlijke klanken 🡪 geen letters!)
Gebruik woorden uit de liedjes die je kleuter zingt, namen uit filmpjes die hij bekijkt, situaties die zich voordoen thuis.
Vraag wat je kleuter wil eten en schrijf dit op terwijl hij erbij zit (in drukletters, per klank) terwijl je de klanken traag uitspreekt. Wijs je kleuter op verschillen in uitzicht van die letters. “Hé, deze ‘F’ is bijna hetzelfde als de ‘E’ uit je naam. Wat is er anders?” “Kijk, ik zie een letter op de melkdoos die ook in mijn naam zit. jij ook?”
Gebruik symbolen op verpakkingen van eten, op kleren, in de krant, op verkeersborden, … als aanknopingspunt.
“Kijk, dat is een raar symbool op die affiche,… dat is geen stuk van een woord… dat is een volledig woord ‘vier’. Om te tellen dus.”
En zo kan je ook met hoeveelheden aan de slag gaan.
“Kijk daar staan vier auto’s.” “Je mag vooruit wandelen tot na het derde huis.” “We zullen thuis zijn nadat we het verkeerspunt met 5 straten zijn gepasseerd.” “Hebben we nu meer appels of meer peren mee van de winkel?” “Hoeveel meer?”
Wijs de zinnen, en woorden die je leest tijdens het avondverhaal met je vinger aan. “Tiens, ik ga altijd dezelfde kant op, van links naar rechts! Wat zou er gebeuren als ik het omgekeerd zou doen?”
Laat je kleuter ook tekenen met fijne materialen op kleine oppervlakten. Ook eens een potlood met een scherpe punt, een dun stiftje, een vulpotlood,… op de achterkant van een etiket, op een bierviltje, op een visitekaartje. Fijn en klein werken is niet zo makkelijk… maar door te oefenen kan je groeien.
Door kleine dingen vanuit specifieke voorwaarden van schoolrijpheid, regelmatig te herhalen tijdens je dagdagelijkse interactie met je kind kan je je kind al veel inzichten meegeven in functie van zijn stap naar het eerste leerjaar.
“Maar…soms heb ik het gewoon gehad met rustig, begripvol en met volle aandacht voor leerkansen te communiceren.” Piept mijn vriendin. “Hou je gewoon van de domme, vergeet wat je weet, ga mee in de flow van verwondering over het begrijpen van die abstracte symbolen. En geen paniek, … je hebt tijd tot september!”
Marieke
Bronnen:
Nascholingstraject Cego: Van kleuterklas naar eerste klas: een hele stap of een heel proces.
Litière, M. (2008). Juf, mag ik overvaren: Schoolrijpheid, als het kleuteren voorbij is. (4de editie). Tielt, België: Lannoo.
Moonen, E. (2012). Dwaalspoor dyslexie. Antwerpen, België: Standaard Uitgeverij.
Reacties
Een reactie posten